Dit zijn de meest voorkomende
gewrichtsproblemen bij honden

Alles over artrose, heupdysplasie, elleboogdysplasie en spondylose

Valt het je op dat je hond de laatste tijd minder soepel beweegt?

Dan kan er een probleem zijn met de gewrichten. Zo is het bekend dat 20 procent van de honden last van artrose krijgt. En niet alleen zware en oudere viervoeters. Ook bij jonge honden van één jaar en ouder kan deze degeneratieve gewrichtsaandoening optreden. Artrose kan ook voorkomen aan de kraakbeenschijven tussen de ruggenwervels. Dit wordt spondylose genoemd. Daarnaast komen heupdysplasie en elleboogdysplasie best vaak voor. In deze gevallen ontstaan er afwijkingen aan deze gewrichten door een te snelle groei.  

Neem snel actie bij bewegingsproblemen

Het is voor jou als baasje heel belangrijk om een eventueel gewrichtsprobleem op tijd te herkennen. Als je merkt dat je hond wat moeilijker begint te bewegen, dan is het verstandig om direct een afspraak te maken bij de dierenarts. Hoe eerder je erbij bent, hoe sneller je de gewrichten van de hond kunt ondersteunen. Met een gerichte behandeling, aangepaste dieetvoeding en aanvullende supplementen. Zo kan je hond vrij blijven bewegen met minder tot helemaal geen pijn. Deze gewrichtsklachten komen het meest voor bij honden:

3 gangen menu kat

Artrose

Heupdysplasie

Elleboogdysplasie

Spondylose

Artrose

Artrose bij honden: wat is dat?

Artrose is slijtage van het kraakbeen tussen de gewrichten. Dit is een glad en elastisch weefsel dat ervoor zorgt dat beide gewrichtshelften soepel over elkaar kunnen glijden bij het bewegen. Kraakbeencellen worden continu aangemaakt en afgebroken. Bij artrose is dit proces verstoord en wordt het kraakbeenoppervlak ruw en minder elastisch. Dit heeft als gevolg, dat de gewrichten bij het bewegen over elkaar gaan schuren en dit beschermende weefsel gaat slijten. Als snel ontstaan er ontstekingen in de gewrichten die pijn en stijfheid veroorzaken.

Artrose bij honden: waardoor komt dat?

Net als bij mensen is artrose bij honden een natuurlijk gevolg van veroudering. Het kraakbeen wordt minder elastisch, zodat er beschadigingen ontstaan. Het kraakbeen kan echter ook al eerder gaan slijten. Zoals bij honden met overgewicht. Door die extra kilo’s neemt de druk op de gewrichten – en dus het kraakbeen – flink toe. Heeft je hond een breuk of een zware kneuzing gehad? Dan bestaat er de kans dat na verloop van tijd ook artrose ontstaat.

Artrose bij honden: hoe merk ik dit op?

Je hond zal je niet vertellen dat er iets mis is. Als je hem goed observeert, dan geeft hij wel heel duidelijk aan dat er iets mis is met zijn gewrichten. Hier moet je op letten:
• staat je hond niet meer zo gemakkelijk op na een periode van rust?
• loopt je hond niet meer zo gemakkelijk de trap op en af?
• rent je hond niet meer zo graag achter een bal aan?
• loopt je hond bij het uitlaten kreupel of blijft hij achter bij het wandelen?
Als je één of meer van deze symptomen herkent, maak dan een afspraak met de dierenarts. Hij of zij kan op basis van een lichamelijk onderzoek én een röntgenfoto je meer vertellen over wat er aan de hand is.

Artrose bij honden: hoe wordt dat behandeld?

Kraakbeen dat eenmaal beschadigd is, zal zich niet meer kunnen herstellen. Bij de behandeling zal de dierenarts zich dan ook richten op het vertragen van het slijtageproces en het bestrijden van de pijn in de gewrichten. Daarom krijgt je hond ontstekingsremmende pijnstillers, zodat hij zich weer zonder pijnklachten kan bewegen. Het is belangrijk om je hond de eerste tijd zoveel mogelijk rust te geven. Laat hem een paar keer per dag aangelijnd uit voor een wandeling van niet meer dan vijf minuten. Dit kun je langzaam uitbreiden op het moment dat de klachten beginnen af te nemen.

Heupdysplasie

Heupdysplasie bij honden: wat is dat?

Dit is een afwijking van het heupgewricht die helaas vaak bij honden wordt gezien. Bij heupdysplasie is het heupgewricht niet goed gevormd, waardoor de kom en de kop niet goed in elkaar passen. Als gevolg daarvan ontstaan pijn en instabiliteit bij het lopen. Heupdysplasie ontstaat tijdens de groei van je hond. In de periode van één tot anderhalf jaar zorgen groeischijven tussen de botuiteinden voor de ontwikkeling van de botten. Als al deze groeischijven zijn omgezet in bot, dan is het skelet volledig uitgegroeid. In de heup kan dit proces best vaak fout lopen. In de meest gevallen is de heupkom te ondiep, waardoor de heupkop er niet goed in past. Dan wordt er gesproken over heupdysplasie.

Heupdysplasie bij honden: waarom ook artrose?

Doordat de kop en de kom niet goed in elkaar passen, ontstaan er speling en instabiliteit. Het kraakbeenlaagje waarmee beide gewrichtsdelen zijn bekleed, gaat daardoor afslijten. Dus bij heupdysplasie ontstaat na verloop van tijd ook altijd artrose.

Heupdysplasie bij honden: hoe merk ik dit op?

Pijn is het belangrijkste kenmerk bij een pup en jonge hond als het heupgewricht niet goed gevormd is. Daardoor loopt hij niet graag. Je hond blijft liever zitten om het gevoelige gewricht te ontzien. Een beetje zwalken met de achterkant tijdens het uitlaten is ook kenmerkend voor een hond met heupdysplasie. Naarmate de hond ouder wordt, gaat hij ook last krijgen van artrose aan het heupgewricht. Hij komt moeilijk overeind als hij in de mand of op zijn favoriete plekje heeft gelegen. Op de bank of in de auto springen zal je hond ook niet meer zo gemakkelijk afgaan. Door de ontstekingen als gevolg van artrose zal je hond ook pijn voelen. Merk je één of meer van deze symptomen op? Ga naar de dierenarts voor een uitgebreid lichamelijk onderzoek. Röntgenfoto’s zullen de diagnose moeten bevestigen.

Heupdysplasie bij honden: hoe wordt het behandeld?

De behandeling is in eerste instantie gericht op het vermijden van overbelasting van het aangetaste heupgewricht. Dit zal gecombineerd worden met ontstekingsremmende pijnstillers. Toch is het verstandig om de spieren rond het heupgewricht te trainen voor een goede ondersteuning van het gewricht. Zwemmen is een prima vorm van beweging voor honden met heupdysplasie. Daarbij wordt ook de bilspier goed getraind. Heel belangrijk, want deze spier drukt de kop steviger in de kom. In ernstige gevallen zal de dierenarts een operatie voorstellen. Bij jonge honden zonder artrose bestaat deze ingreep uit een bekkenkanteling, waardoor de kop dieper in de kom komt te liggen. Het heupgewricht vervangen door een kunstprothese is een ingreep die ook bij oudere honden met artrose kan worden uitgevoerd.

Elleboogdysplasie (ED)

Elleboogdysplasie bij honden: wat is dat?

Onder de verzamelnaam ‘elleboogdysplasie’ vallen vier afwijkingen die aan het ellebooggewricht kunnen ontstaan. Deze aandoeningen treden op als de ontwikkeling van de ellebogen bij opgroeiende honden niet goed verloopt. De eerste klachten kunnen zich dus al bij een leeftijd van vier tot twaalf maanden voordoen. In veel gevallen gaat het om lichte afwijkingen, waarvan de hond niet zoveel last zal hebben. De gewrichten kunnen echter ook ernstig misvormd raken. Dit kan gepaard gaan met ernstige pijn en kreupelheid. Na verloop van tijd raakt ook het kraakbeen in het aangetaste gewricht beschadigd, waardoor de hond ook artrose krijgt.

Elleboogdysplasie bij honden: waardoor komt het?

De meeste gewrichten bestaan uit twee botuiteinden. De elleboog heeft er drie en zit dus wat complexer in elkaar. Er is dus een serieus risico dat tijdens de groeifase dit gewricht niet helemaal goed gevormd wordt. Sommige hondenrassen zijn extra gevoelig voor de ontwikkeling van elleboogdysplasie, zoals Berner Sennen, Rottweiler, Duitse Dog, Bordeaux Dog, Golden Retriever en Labrador Retriever. Ook een te snelle groei en wild én veel spelen kunnen problemen aan het ellebooggewricht veroorzaken bij opgroeiende honden.

Elleboogdysplasie bij honden: welke aandoeningen vallen hieronder?

Dit zijn de vier meest voorkomende vormen van elleboogdysplasie:
Osteochondritis Dissecans (OCD) bij honden:
Bij deze aandoening is een kraakbeenfragment los komen te liggen in het ellebooggewricht. Dit kan voor flink veel pijn zorgen. De dierenarts zal zo snel mogelijk het stukje kraakbeen operatief verwijderen om te voorkomen dat ontstekingen het kraakbeen gaan beschadigen.
Incongruentie bij honden:
Bij deze aandoening is het gewrichtsvlak van het spaakbeen te kort of te lang, waardoor het niet goed aansluit bij de ellepijp. Dit zorgt voor irritatie van het kraakbeen en botweefsel. Daardoor neemt de kans op artrose toe. Deze afwijking kan operatief worden hersteld, maar het gaat hier wel om een zware ingreep.
Los Processus Anconeus (LPA) bij honden:
Het Processus Anconeus is een botje dat rond de 5e levensmaand vastgroeit aan de ellepijp. Bij deze aandoening gebeurt dit niet. Dit losliggende botje irriteert het kraakbeen van het ellebooggewricht en kan daardoor artrose veroorzaken. De dierenarts kan de Processus Anconeus operatief verwijderen.
Los Processus Coronoïdeus (LPC) bij honden:
Het Processus Coronoïdeus is een botje van de ellepijp dat voor een deel of helemaal kan afbreken. Ook in dit geval ontstaat irritatie van het kraakbeen, zodat het gevaar van artrose serieus op de loer ligt. Dit botfragment kan operatief verwijderd worden. Meestal is op het moment van de ingreep het gewricht al aangetast door artrose. Door deze behandeling wordt het slijtageproces van het kraakbeen wel afgeremd.

Elleboogdysplasie bij honden: hoe herken ik het?

Eén van de meest duidelijk kenmerken is mank lopen. Dat er iets mis is met het ellebooggewricht is op jonge leeftijd al zichtbaar. Loopt je hond van 6 tot 12 maanden kreupel? Dan is het advies om snel een afspraak te maken met de dierenarts. Bij vermoeden van elleboogdysplasie zal hij of zij vanuit meerdere posities röntgenfoto’s maken van het ellebooggewricht.

Spondylose

Spondylose bij honden: wat is dat?

Artrose kan overal in het lichaam optreden waar kraakbeen aanwezig is. Wanneer de kraakbeenschijven tussen de ruggenwervels gaan slijten, dan noemen we dat ‘spondylose’. Als je hond ouder wordt, neemt het vermogen van deze tussenwervelschijven om vocht vast te houden af. Dit weefsel wordt droog en hard en gaat daardoor slijten. Het lichaam neemt vervolgens maatregelen om de schade te herstellen. Op de plaatsen waar het kraakbeen is verdwenen, wordt botweefsel aan de onderkant en zijkant van de wervels gevormd. Daardoor wordt de wervelkolom van je hond stijver. De zenuwbanen die naar de spieren, darmen en blaas lopen, kunnen bekneld raken, waardoor het risico van uitvalsverschijnselen aan de blaas, darmen of achterkant van de hond aanwezig is. Spondylose is een aandoening die vooral oudere honden van middelgrote tot grote rassen treft. Ook erfelijkheid kan een factor zijn. Zo kunnen boxers spondylose al op jonge leeftijd ontwikkelen.

Spondylose bij honden: hoe kan ik dit herkennen?

De symptomen worden bepaald door de ernst van de aandoening. Je hond heeft een stijve en zwabberende gang en hij heeft moeite met opstaan of liggen. Op de bank klimmen of trappenlopen gaan niet meer zo gemakkelijk. Let ook op de achterkant van je hond. Door minder beweging neemt vooral daar de spiermassa af. Door de pijn kan de hond humeurig en soms ook agressief worden. Als er problemen ontstaan met plassen en poepen, dan kan dit een teken zijn dat er door beknelling van zenuwen uitvalsverschijnselen zijn ontstaan. Merk je één of meerdere van deze symptomen op? Ga dan snel naar de dierenarts voor een uitgebreid lichamelijk onderzoek. Op röntgenfoto’s zijn de botwoekeringen aan de ruggenwervels duidelijk te zien.

Spondylose bij honden: wat kan eraan gedaan worden?

De botgroei aan de ruggengraat kan niet verwijderd worden. Spondylose is dus blijvend. De dierenarts zal zich dan ook uitsluitend focussen op het verminderen van de pijn. Meestal knappen honden op als er ontstekingsremmende pijnstillers worden voorgeschreven. Laat je hond veel zwemmen. Dit houdt de spieren soepel en sterk en is niet belastend voor de gewrichten.

Onze producten

Voor de soepele beweging van je hond

Onze Synopet topfans

Synopet topfans zijn er in soorten en maten. Lees de bijzondere verhalen…